Typography

‘Haarlem is meer dan alleen een winkelstad’

023 Haarlem Uitgaan – De lichten zijn uit in het huis van Gitaarlem in de Grote Houtstraat. ,,Gitaarlem is in tijdelijke winterslaap”,aldus voorzitter Michael Struis. De evenementenmanager kijkt terug op een fantastisch 2014 met de introductie van Gitaarlem, maar heeft nog grote plannen voor 2015.

‘Haarlem is meer dan alleen een winkelstad’

023 Haarlem Uitgaan – De lichten zijn uit in het huis van Gitaarlem in de Grote Houtstraat. ,,Gitaarlem is in tijdelijke winterslaap”,aldus voorzitter Michael Struis. De evenementenmanager kijkt terug op een fantastisch 2014 met de introductie van Gitaarlem, maar heeft nog grote plannen voor 2015.

 

Begin 2014 begon het muzikale avontuur voor Struis. Het Haarlemse duo Speelman & Speelman en Giel Beelen bedachten samen het idee voor Gitaarlem, maar zochten iemand om het geheel vorm te geven. Daar kwam Struis om de hoek kijken. De stichting Gitaarlem werd opgericht en elke maand componeerden bekende Haarlemse artiesten een nummer met behulp van een speciaal gebouwde gitaar. Deze werden uiteindelijk op één album gebundeld en gedistribueerd. De opbrengst ging naar SeriousRequest.

Toch was dit niet het enige doel van de groep. ,,Ik wilde Haarlem op de kaart zetten als muziekstad. De stad staat nu al bekend als een leuke en charmante stad; om zijn bloemenmeisjes en als winkelstad. Ik wilde de hippe kant van Haarlem meer belichten.  Haarlem is meer dan alleen monumentendagen en shoppen. Je hebt bij een winkelstad een bepaalde associatie en dat heb je bij muziekstad ook.  Het hart van de stad swingt. Een hipper randje geven aan Haarlem is goed voor de stad’’, aldus Struis.

Elke maand brachten Haarlemse muzikale grootheden zoals Alain Clark, Jacqueline Govaert en Niels Geusebroek een nummer uit voor op het album. De laatste vrijdag van de maand werd het nummer ook nog live op de radio gespeeld in de show van Giel Beelen. Struis was vooral druk bezig met verbindingen zoeken. ,,Wij hebben samen met ijssalon Garrone 'Gitaarlem ijs' uitgebracht. Het is een manier waarop mensen de naam al zien en horen. Het is marketing.”

Gitaarlem was al snel overal te vinden. In het Patronaat, bij het evenement Schalkwijk aan Zee, op kerstmarkten en zelfs op de televisie bij 'De Wereld Draait Door'. ,,Het is proactieve stadsmarketing”, merkt Struis op. ,,Het is bijna guerrilla marketing.” Vooral het optreden in 'De Wereld Draait Door' leverde de groep veel op. ,,De reactie op de uitzending was gigantisch. Alles ging daarna beter. Er staat dan ook bijna een onzichtbare stempel op je cd: 'Gezien bij de Wereld Draait Door'. Ook het evenement Gitaarlem Live was na de uitzending snel uitverkocht.”

Struis moet nu alle commotie en successen nog even een plekje geven. ,,Dat komt wel als de vermoeidheid weg is. Als de energie terug is. Ik ga denk ik in ieder geval mijn ervaringen met het organiseren van Gitaarlem op papier zetten. Het kan waardevol lesmateriaal zijn voor bijvoorbeeld marketeers. Het is een voorbeeld van hoe je op een guerrilla-achtige wijze je idee omzet in een groot gevoel. Een flow. Het leefde. Het ging op een gegeven moment voortdurend over Gitaarlem.”

Struis is bang dat er in de toekomst minder plek zal zijn voor nieuwe initiatieven zoals Gitaarlem. ,,Met de huidige bestuurlijke en politieke situatie in Haarlem ben ik bang dat Gitaarlem voorlopig de laatste oprisping was. Er zullen denk ik niet veel nieuwe evenementen bijkomen naast de usuals zoals Haarlem Jazz.”

De evenementenmanager denkt niet dat Gitaarlem in 2015 nog zo een groot fenomeen zal worden als tijdens het Glazen Huis. ,,Het gaat door met bestaan, maar niet meer zo grootschalig. We gaan verder. Wij hebben veel ideeën. Wij willen in ieder geval de talentenavond in Philharmonie laten terugkomen en ook weer een concert met klassieke muziek en pop organiseren in de doopsgezinde kerk.” Struis voelt er ook wel wat voor om optredens te doen op verrassende locaties. ,,Misschien in de Koepelgevangenis of in de kerk op de Grote Markt. Wij blijven in ieder geval op zoek naar verbindingen in de muziekindustrie.”

Jeroen Dikker