Typography

023 Sport - Als je ‘honkbal’ zegt, dan zeg je Dirk van ’t Klooster. Voormalig (record!) international en recordhouder van de meeste honkslagen in de Nederlandse hoofdklasse. Vanaf zijn 16e uitkomend op het hoogste niveau waar de meeste mensen hem kunnen dromen in het rechtsveld, wachtend op de lange ballen die gevangen moeten worden. Komend seizoen zal hij voor het tweede jaar op rij uitkomen voor het Hoofddorpse Pioniers. Daarvoor was rood zijn clubkleur en werd hij drie keer Nederlands kampioen met Kinheim, in de acht jaar dat het Pim Mulier stadion zijn tweede thuis was. Tijd om deze 38-jarige veteraan aan het woord te laten.

023 Sport - Als je ‘honkbal’ zegt, dan zeg je Dirk van ’t Klooster. Voormalig (record!) international en recordhouder van de meeste honkslagen in de Nederlandse hoofdklasse. Vanaf zijn 16e uitkomend op het hoogste niveau waar de meeste mensen hem kunnen dromen in het rechtsveld, wachtend op de lange ballen die gevangen moeten worden. Komend seizoen zal hij voor het tweede jaar op rij uitkomen voor het Hoofddorpse Pioniers. Daarvoor was rood zijn clubkleur en werd hij drie keer Nederlands kampioen met Kinheim, in de acht jaar dat het Pim Mulier stadion zijn tweede thuis was. Tijd om deze 38-jarige veteraan aan het woord te laten.

 

Vertel eens, hoe ben je in de sport gerold?

"Als jong ‘binkie’ liep ik in Zoetermeer op het honkbalveld, waar mijn vader speelde. Maar voetbal vond ik leuker, dus daar begon ik mee. Toen ik 8 jaar was begon het te kriebelen omdat mijn neven honkbalden en tegen hen keek ik op. Ik werd gedoopt tot ‘pitcher’ (lees: degene die de bal gooit naar de slagman), en eerste honkman. Ja, heel wat anders dan waar ik nu al jaren sta. Mijn moeder softbalde trouwens ook, dus de sport was bij ons thuis wel populair".

Wat maakt honkbal voor jou zo leuk om te doen?

"Ja, ik wil gewoon de beste zijn, het beste in mezelf naar boven halen en ik zet daar veel voor opzij om zo goed mogelijk te kunnen spelen. Dat heb ik altijd al gehad. Het is misschien niet eens perse het honkbal, ik had ook graag verder willen komen in het voetbal. Zat in de Haagse voorselectie (SV DSO), maar ik heb op een gegeven moment gedacht 'waar kan ik mee verder komen'. Ik was reeel genoeg om te bedenken dat ik in het honkbal meer kansen zou kunnen krijgen, en toen ik daarvoor ging werd ik met jeugdteams meteen Nederlands kampioen. Dus ik werd meteen beloond. In Nederland voetballen er natuurlijk meer jongens dan dat er honkballen, en ik wilde sowieso toewerken naar het hoogte niveau in Nederland. Het goed presteren op belangrijke momenten, de kick die je daarmee krijgt, dat maakt dat ik deze sport heerlijk vind om al zo lang te beoefenen".  

Wat zijn jouw grootste opofferingen?

"Ik was 27 jaar toen ik voor het eerst vader werd, ik kreeg een zoon. Achteraf denk ik, wat wist ik toen helemaal van kinderen en van kinderen krijgen. Niet veel. Ik woonde met mijn toenmalig gezin in Hoofddorp, werkte 40 uur, kwam uit voor het Nederlands team en speelde voor Neptunus in Rotterdam. Ik wilde de beste zijn en ook in het beste team zitten, dat was toen Neptunus. Het maakte dat ik na mijn werk drie kwartier thuis was om te eten en vervolgens na middernacht weer in bed kroop. Jarenlang. Terugkijkend denk ik, had ik gewoon lekker bij een club in de buurt moeten gaan spelen. Mijn zoon was soms best afstandelijk naar mij. Helemaal als ik een paar weken weg was geweest met het nationale team. Gelukkig is de band tussen hem en mij nu heel sterk. Maar dat was de eerste jaren dus wel anders".

Wat maakt jou bijzonder in je sport?

"Het harde werken. Zonder twijfel. Het heeft even geduurd maar ik weet dat ik met extra slagtraining, voor of na een training, beter sla in een wedstrijd. Dus doe ik dat, daarin ben ik ook heel gedisciplineerd. Je traint ook zoals je speelt. En als je diep kan gaan in trainingen, en dat kan ik, dan ga je ook diep in wedstrijden. De jongere generatie heeft dat veel minder. Die staan op trainingen soms gewoon een beetje mooi te wezen, daar kan ik dus ook niet goed tegen".

Aan welke sporter uit onze regio geef jij ’t stokje door?

“Joost Kuhlmann, een voetballer van EDO (zaterdag, 3e klasse). Ik ken hem van vroeger, heb tegen hem gespeeld, hij heeft op het hoogste amateurniveau gespeeld en hij was en is nog steeds een beest op het veld. Ruim twee meter en zo sterk als een paard, zo heb je er niet veel. En het is ook nog eens een leuke gast om mee te praten!”

 

Wendy Cremer