023 Haarlem Het bouwplan voor optopping van het Brinkmanncomplex met een extra bouwlaag waarin vijf dure penthouses van moderne vorm en materialen, heeft de goedkeuring van het college van B&W. Omdat die extra bouwlaag zichtbaar wordt vanuit omringende straten komt hiermee het monumentale en historische stadsbeeld van de Grote Markt in het gedrang.
Erfgoedvereniging Bond Heemschut heeft met zijn zienswijze bezwaar gemaakt tegen dit bouwplan. Met name omdat de extra bouwlaag met de moderne penthouses zichtbaar zal zijn vanuit de belangrijke zichtlijnen van de omringende straten Grote Houtstraat, Lepelstraat en Riviervischmarkt. Vanuit die straten kunnen dagelijks de vele duizenden inwoners, bezoekers en (dag)toeristen straks delen van de modern vormgegeven penthouses gaan zien tussen de monumentale trap-, klok- en lijstgevels van de historische noordelijke gevelwand van de Grote Markt. De noodzaak van een nieuw en eigentijds daklandschap dat de ontwikkelaar en de gemeente voorstaan, ontgaat Heemschut.
Waarom moet juist op deze monumentale en historische plek die de Grote Markt bij uitstek is, de confrontatie worden aangegaan met een modern, eigentijds nieuw daklandschap? Waarom moeten de oude Baaf, het stadhuis en de Hoofdwacht hiermee wedijveren? Waarom gaat de gemeente opnieuw een ‘experiment’ aan, juist nu het de mogelijkheid heeft iets recht te zetten met de huidige sloop/nieuwbouw van het mislukte jaren-70 nieuwbouw Brinkmanncomplex.
Laat nu het belangrijkste erfgoed van de stad leidend zijn!
Het bouwplan voor de extra bouwlaag is bovendien strijdig met het bestemmingplan omdat de maximaal toegestane bouwhoogte met maar liefst 25% wordt overschreden (waardoor de penthouses in genoemde zichtlijnen te zien zullen zijn). Omdat het college deze strijdigheid wil faciliteren met een ontheffing, moet het een allerlaatst mogelijk (wettelijk) ‘redmiddel’ uit de kast halen (een buitenplanse ontheffing volgens de WABO). Voorwaarde daarvoor is dat het bouwplan voldoet aan een ‘goede ruimtelijke ordening’.
Heemschut meent dat daarvan geen sprake is, met name vanwege de zichtbaarheid van de extra bouwlaag en het voorgestane moderne eigentijdse daklandschap dat juist hier ongepast is in deze hoog monumentale en hoog historische omgeving. Het college van B&W heeft de in de zienswijze van Heemschut aangevoerde bezwaren naast zich neergelegd. Het meent dat Heemschut zijn bezwaar tegen het ontbreken van een ‘goede ruimtelijke ordening’ niet heeft onderbouwd. Onze bovenstaande context en argumentatie, die ook in onze zienswijze zijn opgenomen, zijn echter wel degelijk een (toereikende) onderbouwing!
Onze volledige zienswijze is echter niet in het besluitdossier van B&W opgenomen. Slechts is daarvan een samenvatting van het college zichtbaar, in eigen bewoordingen en waarbij voornoemde context en onderbouwing uit onze zienswijze ontbreekt.
Het erfgoed delft in ieder geval weer het onderspit, zoals te vaak. Hier is dat des te schrijnender omdat een bouwplan met dure, financieel aantrekkelijke penthouses de doorslag lijkt te geven.
Introductie Heemschut
De Erfgoedvereniging Bond Heemschut, Vereniging tot Bescherming van Cultuurmonumenten in Nederland, bestaat sinds 1911 en zet zich al meer dan 110 jaar onafgebroken in voor het behoud van cultureel erfgoed. Heemschut betekent letterlijk het schutten (beschermen) van het heem (de eigen omgeving). Als erfgoedvereniging zetten we ons in voor de bescherming van waardevolle erfgoedobjecten en -gebieden in brede zin.
Indachtig deze doelstelling wordt Heemschut als belanghebbend bij erfgoed aangemerkt. Dit werk doen we met de inzet van vrijwilligers. Alle provincies en de stad Amsterdam hebben een eigen onafhankelijke Heemschut-commissie.
Voor meer informatie zie www.heemschut.nl