Beeld: dipo58 / Shutterstock.com - Door Niobe Moen - 023 Bloemendaal Economie & Duurzaamheid - Het aantal miljonairs in Nederland is voor het zesde jaar op rij toegenomen, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In Bloemendaal en Laren wonen de meeste miljonairs. Bij een op de vier huishoudens in deze gemeenten is het prijs.
Volgens het CBS waren er op 1 januari 2020 in totaal 278.000 Nederlandse huishoudens met een vermogen van een miljoen euro of meer. Dit zijn er ruim 24.000 meer dan in 2019. Dit meldt het statistiekbureau op basis van nieuwe cijfers over vermogens. De waarde van de eigen woning en de eventuele hypotheekschuld zijn daarbij meegerekend.
Zesde jaar op rij meer miljonairs
Sinds 2014 komen er jaarlijks miljonairs bij. Volgens het onderzoeksbureau telde ons land in 2020 ruim honderdduizend miljonairs meer dan in 2008. Een miljoen euro heeft overigens in 2020 wel een andere waarde dan in 2008. Als er rekening wordt gehouden met de algemene prijsontwikkeling, waren er in 2020 slechts zo’n 35 duizend miljonairs extra ten opzichte van 2008.
Veel rijken in Bloemendaal en Laren
Bloemendaal en Laren zijn de twee gemeenten met het hoogste aandeel miljonairs. Hier is ongeveer een op de vier huishoudens miljonair. Ook in 2019 stond Bloemendaal aan kop. In de Limburgse gemeenten Kerkrade, Brunssum, Landgraaf en Heerlen woonden naar verhouding de minste miljonairshuishoudens, net als in de gemeente Nissewaard in Zuid-Holland.
Miljonairs per provincie
In Noord-Holland wonen relatief de meeste miljonairshuishoudens (4,6 procent). Daarna volgen de provincies Utrecht, Zeeland en Noord-Brabant. Groningen, Flevoland en Limburg kennen het kleinste aantal miljonairs. In die laatste provincies heeft iets meer dan 2 procent van de huishoudens een miljoen euro of meer aan vermogen.
28 keer meer vermogen
Miljonairs bezitten gemiddeld 28 keer zoveel vermogen als niet-miljonairs, zo schrijft het CBS. ‘Miljonairshuishoudens hadden in 2020 een doorsnee vermogen van 1,6 miljoen euro, tegenover een doorsnee vermogen van 56 duizend euro bij de overige huishoudens.’
Bron: Gemeentenu