Meiden- en vrouwenvoetbal
023 Haarlem Sport - Tien jaar geleden waren meisjes en vrouwen die rondliepen bij Alliance’22 hoofdzakelijk echtgenotes, zussen en dochters van de voetballers. In 2018 zien we een heel ander beeld; meer dan 100 meiden en vrouwen verdedigen ieder weekend de zwart-groene kleuren.
En in bepaalde leeftijdscategorieën spelen ze op het hoogste niveau. In een interview met Erwin van Baarle, hoofdtrainer meisjes- en vrouwenvoetbal bij Alliance’22, kijken we terug en vooruit, waarbij we vooral inzoomen op talent-ontwikkeling: hoe breng je het vrouwen- en meidenvoetbal naar een hoger plan?
Opbouw en omgaan met weerstand
Erwin Van Baarle – schrijver van het boek ‘Presteren met plezier’ - trainde vanaf 2002 de teams van zijn zoons en allerhande jongensselectieteams binnen Alliance’22. In 2010 echter kwam hij via zijn dochter Luca (15) in contact met en werd betrokken bij het meidenvoetbal: “Zo, en nu ben ik aan de beurt!”, zei zij. Het ME-Team waar Erwin begon, groeide na een paar maanden naar twee teams en al na een half jaar verhuisde het sterkste meidenteam naar de jongenscompetitie, omdat het eigenlijk te gemakkelijk ging. Over de gehele linie groeide het meiden- en damesvoetbal snel. Zo heeft Alliance ‘22 dit seizoen een seniorenteam dat 3e klasse speelt en maar liefst acht meidenteams. Behalve de MO-19 is iedere categorie bezet en er is een toename van gekwalificeerde trainers.
Op de vraag of hij veel weerstand met het damesvoetbal heeft meegemaakt, antwoordt van Baarle genuanceerd: “Openlijke weerstand eigenlijk niet. Vanaf het moment dat we van start gingen ontvingen we veel positieve reacties, maar aanvankelijk wel veel in de trant van: ‘Wat gezellig, al die vrolijke meiden met hun paardenstaartjes. Leuk ook voor de jongens!’ Echter, mede dankzij het succes en de mooie PR van de Oranje-dames, krijgt het vrouwenvoetbal steeds meer aandacht en neemt aanzienlijke vormen aan. Denigrerend praten over damesvoetbal is uit den boze. Toch zijn er nog steeds veel voetbalclubs die onterecht menen dat meiden maar op het intrapveldje aan de rand van het complex moeten spelen”.
Ondergeschikt
Alle meidenteams (en vrouwen 1) speelden ook vrijwel standaard op gras en nooit op kunstgras. “Het kunstgras hebben we moeten bevechten, want daar speelden toch de selectie-teams, die ‘serieus met voetbal bezig waren’. En je moet altijd goed opletten bij de verdeling van de trainingstijden, want daarbij wordt niet altijd meteen aan de dames gedacht. Dan sta je bijvoorbeeld zo maar ineens ingepland op donderdagmiddag om 16.00 uur als de meiden nog op school zitten en jij nog op je werk bent”, vervolgt Van Baarle.
“Zeker bij de ‘echte’ voetbalmannen duurde het even voor het besef ontstond, dat dames serieus met hun sport bezig zijn en – soms – buitengewoon goed presteren. Het bestuur stond vanaf het begin positief achter deze ontwikkeling en je kunt daarom ook vaststellen dat men trots is op wat die meiden presteren. Tegelijkertijd zien we echter ook, dat het vinden van trainers voor vrouwen- en meidenteams lastig blijft. De trainers die het wèl doen, zijn vaak blij verrast over de opkomst en inzet, maar voor je loopbaan is het blijkbaar nog steeds beter om een jongensselectieteam te trainen. In de praktijk zijn het bijna altijd vaders of broers, die bereid zijn om training te geven. En vrouwelijke trainers? Nog veel weinig. Een paar meiden trainen jongere meisjes en bijvoorbeeld Roos Nelissen van Vrouwen 1 traint samen met mij de JO16-3G”.
Zoeken naar weerstand voor de prestatie-teams
Dit seizoen begonnen zowel het team van Luca als de MO13-1 in de Meiden Hoofdklasse. Ze kregen echter te weinig weerstand, waardoor hun ontwikkeling stagneerde. Negen van de tien wedstijden waren al royaal voor de pauze beslist. Van Baarle: “Te gemakkelijke, grote zeges zijn dodelijk voor de motivatie om beter te worden. Beide teams spelen nu weer in de jongenscompetitie, maar vooral de MO17-1 (nu JO16-3G) merkt dat het fysiek zwaar wordt. In de D-tjes en C-tjes waren jongens nogal eens onder de indruk van de verschijning van een meisjesteam op een voetbalveld en was er vaak sprake van onderschatting. ‘Dat wordt lachen, Pap, we moeten tegen meiden’. We zijn er een paar keer getuige van geweest dat de coach van de tegenstander veel moeite had om de aangeslagen jongens na de rust weer uit de kleedkamer richting veld te dirigeren. O16-jongens echter, zitten anders in elkaar. Die peppen zich op om nooit van meiden te verliezen en gaan stevig en zonder genade de duels in. Toch is er opmerkelijk genoeg meer vreugde en plezier na de 7-3 nederlaag van enige weken terug (‘dat was tenminste een wedstrijd!’), dan na zo’n 10-0 winst in november in de meiden-hoofdklasse”.
“Naast het spelen in de jongenscompetitie nemen beide teams nu voor het derde jaar deel aan het Nederlands kampioenschap, zoals dat door het Voetbal Talenten Toernooi (VTT) wordt georganiseerd. Via een districtstoernooi kunnen de twee sterkste teams zich kwalificeren voor het landelijk eindtoernooi. Daar strijden dan 16 sterke teams voor de eindzege. Ontzettend spannende en mooie dagen compleet met penalty-stress en veel publiek op de tribunes. Schitterend natuurlijk dat beide Alliance-teams twee keer achtereen hebben gewonnen”, meldt Van Baarle trots..
In 2016 haalden ‘zijn meiden’ het Haarlems Dagblad dankzij een overtuigende 4-1 overwinning op… Borussia Mönchengladbach. Na de gewonnen NK-finale in juni 2016 riepen sommige ouders gekscherend: “Nu gaan we Europa in”. Via de Topshelf GSN League kwam dat nog van de grond ook! Van Baarle: “Die Europa League is een initiatief van Girls Soccer Nederland, dat is opgericht om de ontwikkeling van het meisjesvoetbal in Nederland te stimuleren. Het is een ‘wilde’ competitie waaraan sterke meidenteams als ’t Gooi, ADO Den Haag, Eindhoven en clubs als AA Gent, Racing Genk en Borussia Mönchengladbach mee doen. Dit seizoen (2017-2018) is ook Alliance’ MO-13 ingestapt. Een geweldig netwerk van de sterkste meidenjeugdteams, waardoor Alliance zich op allerlei toernooien met Belgische eredivisieclubs als Anderlecht, Lierse SK en Zulte Waregem kan meten. Een opmerkelijke prestatie omdat we vooral spelen tegen teams die samengesteld of bijeen gescout zijn; soms, zoals bij Borussia, in een straal van wel 70 km rond de club (verder mag niet van de UEFA). En bij ons kan 80% van het team de club wandelend bereiken…”
De toekomst
Door de successen van het Nederlands Vrouwenteam komt er steeds meer bereidheid om het vrouwenvoetbal serieus te nemen. Dat gaat helaas nog steeds mondjesmaat; probeer maar eens vrouwenvoetbal op TV te vinden…… een kansloze zaak.
Voor Alliance ’22 geldt verder dat het gebrek aan veldruimte een handicap is. “Alle bovengenoemde tegenstanders trainen drie of vier keer per week, terwijl selectieteams bij ons echt maximaal 2x per week kunnen trainen. Een aantal fanatieke meiden met ambities ondervangt dat door extra trainingen bij de voetbalschool van Hans de Winter. Rondom die school is onlangs een aantal ‘activisten’ van diverse clubs en Sport Support het initiatief gestart voor een op meiden gerichte Voetbalacademie. Op die manier kan er invulling worden gegeven aan de behoefte aan een structureel talentenontwikkelingsprogramma en komt eredivisie in Haarlem, maar dan voor vrouwen, steeds dichterbij”.
Gaat de KNVB iets doen?
“Momenteel loopt er een hoopvol initiatief, geïnitieerd door een aantal grote vrouwenvoetbalclubs als Eindhoven, Buitenveldert, ’t Gooi en ADO Den Haag, om een landelijke ‘eredivisie voor jeugdteams’ te starten. Er zijn namelijk meerdere verenigingen die met hun MO17-meiden in de Hoofdklasse weinig of geen tegenstand ondervinden terwijl spelen tegen jongens steeds minder aantrekkelijk wordt. De Europa League biedt in zekere zin uitkomst, maar vraagt veel van de clubs, ouders en de speelsters. Immers, na een wedstrijd op zaterdag ben je een flink deel van je zondag kwijt met het reizen naar ver weg gelegen clubs. In januari kwamen 8 van deze clubs bijeen voor een wintertoernooi, waar de MO17-meiden van Alliance knap derde werden achter VV-Alkmaar en ADO Den Haag. Positief is dat de KNVB, in de persoon van Roos Brouwer, nu actief stappen onderneemt om zo’n landelijke competitie voor ambitieuze en talentvolle meiden op korte termijn te starten. En wie weet speelt er in september toch al een Haarlems team in een eredivisie…..
Henny Rückert