023 Haarlem Politiek & Maatschappij, Innovaties – Vorige jaar verleende de de gemeente Haarlem wen vergunning voor de plannen van een ontwikkelaar om het Brinkmanncomplex aan de Grote Markt op te toppen met vijf penthouses die van alle kanten vanaf de Grote Markt goed zichtbaar worden.
De gemeente is daarbij voorbij gegaan aan de beschermde status van het monumentale en historische stadsbeeld van de Grote Markt. Erfgoedvereniging Bond Heemschut heeft al eerder bezwaar aangetekend maar dat is van tafel geveegd door de de vergunningver- lener het college van Burgemeester en Wethouders. Bond Heemschut is het niet eens met dit besluit en heeft opnieuw bezwaar aangetekend bij de rechtbank Haarlem waar op 27 september a.s. om 14.30 uur de zitting plaatsvindt.
Door Heemschut ingediende acht beroepsgronden
- De zichtbare en modern vormgegeven penthouses verstoren de rijksmonumenten aan de Grote Markt, het hoog historische en monumentale stadsbeeld ter plekke, en ook het wettelijke en rijksbeschermde stadsgezicht in deze kwetsbare omgeving, die de Grote Markt bij uitstek is.
- Het nut en de noodzaak van een nieuw en eigentijds met de historie contrasterend en detonerend daklandschap dat de ontwikkelaar en de gemeente wensen toe te voegen, ontgaat Heemschut.
- De hoogte van de optopping past niet binnen het bestemmingsplan, ook niet binnen de afwijkingsmogelijkheden ervan. De hoogte-overschrijding is dus fors en de gemeente moet daarom als laatste ‘redmiddel’ een beroep doen op een ontheffingsmogelijkheid buiten het bestemmingsplan. Wettelijke voorwaarde is dan dat sprake moet zijn van ‘een goede ruimtelijke ordening’. Dat is hier niet het geval gezien de detonerende penthouses .
Zichtlijnposities
Vanuit de belangrijke zichtlijnposities Grote Houtstraat, Lepelstraat en Riviervischmarkt zullen straks dagelijks de vele duizenden inwoners, bezoekers en (dag)toeristen de modern vormgegeven en detonerende penthouses als nieuw daklandschap gaan zien tussen en boven de monumentale trap-, klok- en lijstgevels van de historische noordelijke gevelwand van de Grote Markt.
Verweer gemeente
Een nieuw en contrasterend daklandschap in de historische binnenstad is een gewenste ontwikkeling, zo verweert de gemeente. Dit is echter geen formeel beleid, eerder een gelegenheidsargument. Sterker, in de relevante beleidsstukken zijn eerder beschrijvingen te zien van het tegendeel. En de vorig jaar in werking getreden Omgevingsvisie Haarlem, het ‘hoogste’ beleid van de stad, heeft als speerpunten o.a. 'Bescherming bestaande wijken’ en ‘Cultuurhistorische waarden behouden'.
De gemeente heeft met de zichtbaarheid van de contrasterende penthouses bij zijn besluitvorming rekening gehouden; het heeft de zichtlijnenstudie van de ontwikkelaar geaccordeerd. Die zichtlijnenstudie gaat echter niet uit van de meest ‘ongunstige’ zichtposities. Heemschut heeft daarom een meer realistische zichtlijnenstudie door een externe deskundige laten uitvoeren.
Daaruit blijkt dat de penthouses vanuit die verschillende meest ‘ongunstige’ posities relevant meer zichtbaar zijn dan waar de gemeente rekening mee heeft gehouden. De vraag is dan ook of het besluit door de gemeente over de omgevingsvergunning dan niet anders zou zijn uitgepakt?
Optopping
De ontwikkelaar heeft recent een aanvullende omgevingsvergunning aangevraagd waarbij de optopping nog hoger wordt. Bij de hoogte positie nog een halve meter hoger. Dus ook een halve meter erbij op de al het meest zichtbare andere posities die Heemschut in beeld heeft gebracht. Zou de gemeente zelfs die goedkeuren? Terwijl bij de bestreden omgevingsvergunning diezelfde gemeente meerdere keren bij de ontwikkelaar heeft aangedrongen op verlaging/minder zichtbaarheid.
Second opinion of verweer gemeente
Verder verweert de gemeente dat de moderne zichtbare penthouses ‘geen afbreuk doen aan het (rijks)beschermde stadsgezicht’. Heemschut heeft daarom aan prof. dr. Vincent van Rossem, architectuurhistoricus en emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, gevraagd een second opinion te geven op het verweer van de gemeente. De bekende architectuurhistoricus is helder in zijn rapportage, en stelt onder andere: ’Een beschermd gezicht wordt nu juist aangewezen om die ontwikkeling (nieuwe ontwikkelingen, red.) in een historische omgeving met grote monumentale waarden voor zover mogelijk een halt toe te roepen.’ En: ‘Het is de primaire taak van het openbaar bestuur om een beschermd gezicht te beschermen, niet om er iets aan toe te voegen.’
Precedentwerking/einde zoek
En Heemschut is vooral bang voor de precedentwerking van dit onzalige plan; als het hier op deze meest (cultuur)historische en monumentale plek al mag, dan is de rest van het beschermde stadsgezicht ‘vogelvrij’ en is het einde zoek.
Waarom moet juist op deze monumentale en historische plek die de Grote Markt is, de confrontatie worden aangegaan met een modern, eigentijds nieuw daklandschap? Waarom moeten de oude Baaf, het stadhuis en de Hoofdwacht hiermee wedijveren? Waarom gaat de gemeente opnieuw een ‘experiment’ aan, juist nu het de mogelijkheid heeft iets recht te zetten
met de huidige sloop/nieuwbouw van het mislukte jaren-70 Brinkmanncomplex. Laat nu eens het belangrijkste erfgoed van de stad leidend zijn!
Het erfgoed delft weer het onderspit wanneer de gemeente gelijk krijgt. Hier is dat des te schrijnender gezien de aard van het bouwplan; dure, financieel aantrekkelijke penthouses.